Baha'i
Een diepe transitie
Waarom ik?
Op mijn 14e vond ik de volgorde van de openbaringsreligies uit…. Eerst die dan zoveeel eeuwen later de volgende etc. uitkomende bij Mohammed en dat was ook al dik 1000 jaar geleden. Ergo, ik bedacht me dat het hoog tijd werd voor een nieuwe openbaringsreligie en in gedachten sprak ik de wens uit daar bij te mogen horen.
Antwoorden vond ik stapsgewijs. Aangetrokken voelde ik me zonder kerkelijk te zijn opgevoed, tot de bron van alle religies en ik ontdekte dat dit eigenlijk in essentie steeds over hetzelfde ging: wie is de mens, hoe moet ze leven en waar gaat ze heen? Ook de natuurkunde en de wiskunde boeide mij. Maar was blijkbaar toch niet helemaal waar mijn hersens voor gemaakt waren. Zo ontdekte ik het spirituele moment in een kerkdienst via school, een filosofische benadering kreeg ik wel van huis uit mee, en psychologische gesprekken had ik veel met vriendinnen. Ook analyseerde ik al vrijuit het psychische leven van een goede hartsvriendin door haar steeds maar vragen te stellen. Of ze er iets aan gehad heeft….?
Op mijn 18e werd ik ernstig ziek, ziekte van pfeiffer met leverontsteking. Ik had veel pijn en kon niets binnen houden. Ook werd er wel voor mijn leven gevreesd. Daar wist ik niets van overigens. Ik heb maanden in mijn bed gelegen …. Alleen, met de kat op mijn voeteneinde en had alle ruimte tot het ontwikkelen van een meditatieve, spirituele zoektocht. Bijzondere ervaringen had ik daarbij, alsof ik vlak bij ‘het’ antwoord was.
Eenmaal beter ging op kamers. De eerste kamer die ik ging bekijken kwam ik in contact met het woord bahá’í. Het woord bleef hangen. Het eerste gesprek dat ik met tweede mede kamerbewoners daar voerde ging tussen hen over dit baha’i gedachtegoed. Ik raakte geïnteresseerd en drie maanden later wist ik, zo jong als ik was, dat ik hier mij voor in wou zetten.
Creatieve verwerking van Ruhi boek 7.3
Aanvullende ideeen op Ruhi boek 7.3
En waar gaat dit gedachtegoed dan over?
In mijn eigen woorden:
- Openbaringsreligie en wetenschap hand in hand
- Individualisme en het collectief in balans
- Kennis en liefde als basis van alle overwegingen en interacties
- Dat alles verbonden is, alles is één maar ook alles is uniek
- Dat we op weg zijn van een mensheid via kinderlijk bewustzijn, puberaal bewustzijn naar volwassenheid opdat we verantwoordelijkheid zullen nemen
- Als ik jou beschadig, beschadig ik het geheel en dus ook mijzelf
- Armoede uitbannen en extreme rijkdom aan banden
- De mensheid op weg naar wereldeenheid: wereldregering, wereldhulptaal
- Gelijkwaardigheid van man – vrouw
- Het besef dat de waarheid groter is dan ons begrip. Samen komen we dichter bij de waarheid. Normen en (voor)oordelen scheppen oorlog
- Lokale bestuursorganen vanaf grassroots niveau, iedereen participeert
- Kent geen individuele autoriteit/ macht
- Trapsgewijs anonieme verkiezingen
- De rol van leiderschap, is niet een houding van macht maar van dienstbaarheid aan de gemeenschap
- Zelfstandig onderzoek naar de waarheid,
- Geen voorgangers, iedere bahá’i is zijn eigen voorganger
- Ieder individu op deze wereldbol heeft recht op een rechtvaardige plek
- Educatie voor iedereen
- Kunst, te beoefenen door iedereen en tevens op hoog niveau neemt in deze wereldwijde beweging een grote plaats in
- Al deze punten bij elkaar ervoer en ervaar ik als geniaal, daarom dus
Kunst als geheel – vanaf het begin een integraal onderdeel van de ontwikkeling van een gemeenschap – komt in zulke omstandigheden naar voren als een belangrijk middel om blijdschap te brengen, banden van eenheid te versterken, kennis te verspreiden en begrip te consolideren, alsmede om mensen in de bredere samenleving bekend te maken met de beginselen van de Zaak.”